bloembollen

Bloembollen

Een mooie voorjaarstuin betekent nú bloembollen planten

Tuin & Erf 18 november 2020 0

Het voorjaar lijkt nu, zo aan het begin van de winter, nog eindeloos ver weg. Toch is het belangrijk om alvast te denken aan een bloeiende tuin. Plant daarom nu nog snel je bloembollen voor een mooie voorjaarstuin.

In de herfst, vanaf half september tot ongeveer half december kun je (voorjaarsbloeiende) bloembollen zoals tulpen, narcissen, blauwe druifjes, sneeuwklokjes en krokussen planten. Hoe eerder ze in je tuin staan, hoe vroeger ze het volgende voorjaar in bloei komen. Alleen tijdens de vorstperiode en bij een te natte grond kun je bloembollen beter niet in de grond zetten, omdat ze anders gelijk bevriezen of verrotten. Als je in de lente wilt genieten van de bloeiende bollen moet je er dus op tijd bij zijn.

Voor een maandenlang bloeiende tuin kun je in het voorjaar zomerbloeiende bollen gaan planten. Als je het goed aanpakt kun je zo maandenlang genieten van een kleurrijke bloemenpracht.

Vlinders en bijen

Vlinders en bijen zijn ook dol op bloembollen. Wil je vrolijke fladderaars aantrekken in je tuin? Gebruik dan beter biologisch gekweekte bollen. Vlinders en bijen komen vooral af op bloembollen die veel nectar bevatten zoals het blauwe druifje, sneeuwklokje, anemoon, tulp, krokus en hyacint. Ook de sierui (allium) is populair bij vlinders en bijen.

Bollen kun je verspreid in een border, in groepjes bij elkaar, tussen het gazon of op het terras in een bloembak planten.

  • Voorjaarsbloeiende bollen: tulpen, narcissen, blauwe druifjes, sneeuwklokjes en krokussen. Worden in het najaar geplant, het liefst vóór de eerste vorst en niet tijdens een te natte periode.
  • Zomerbloeiende bollen (ook wel knollen genoemd): gladiolen, dahlia’s, anemonen, calla’s en begonia’s. Worden in het voorjaar geplant, het liefst na de laatste nachtvorst.

TIP: Plant verschillende soorten, zodat je constant van bloeiende bollen in je tuin kunt genieten. Je kunt op één plek bollen met verschillende bloeitijden planten, zodat het er nooit kaal is.

Werkwijze

Maak de aarde eerst goed los en vermeng deze met potgrond. Maak voor grotere bollen een gat, ongeveer tweemaal zo diep als de bol hoog is of gebruik een speciale bollenplanter. Kleine bollen kun je ook in een gleuf planten.

Leg de bol of meerdere bollen met de goede kant naar beneden in het gat of de gleuf en maak weer dicht met aarde. Geef de bollen na het planten water, zodat ze goed gaan groeien.

Plaats een reactie

0 Reacties