Moestuin tips

Met deze moestuintips kunt u de belangrijkste klussen niet meer vergeten!​ En zeker voor de moestuin geldt: Een goed begin is het halve werk

Voorbereiding
Maak eerst de moestuin lenteklaar. Dat betekent oude plantresten en onkruid verwijderen, de grond omspitten en gelijkmatig aanharken. Verrijk de grond, afhankelijk van de bodemsoort, met kalk of mest. Eventueel kunt u de grond voorzien van een mulchlaag. Hierdoor droogt de grond minder snel uit, dus geen overbodige luxe met die steeds warmer wordende dagen. Gebruik hier bijvoorbeeld compost voor, dat maakt de grond luchtiger. Cacaodoppen, grasmaaisel, stro en houtschors kan ook.

De wintervoorraad die buiten gekuild is, kan het nu te warm krijgen onder het dek van blad of riet: verwijderen dus! Aardappelen kunnen in deze tijd van het jaar spruiten gaan vormen. Daarom is het niet alleen noodzakelijk om het winterdek te verwijderen, maar de aardappelen moeten er ook uitgehaald worden, waarbij u tevens gelegenheid hebt, de spruiten weg te breken. Daarna kunnen ze opnieuw in de zogenaamde ‘zomerpet’. In zo’n ‘pet’ moet van onderen wat stro en ook een dun laagje over de aardappelen heen. Dat zorgt ervoor dat ze zo min mogelijk met de aarde in aanraking komen die er ook nog in een laagje overheen gaat. Op die manier kunnen ze nog lang bewaard worden. Er zijn veel mensen, die ze in deze tijd uit de kuil halen, waarna ze op zolder worden opgeborgen. Daar drogen ze echter te veel uit, zodat ze taai en rimpelig worden, waardoor veel voedsel verloren gaat. Mocht u een luchtige, koele kelder hebben, dan kunnen ze daar wel opgeborgen worden.

Plannen en indelen
Heeft u al een plan gemaakt welke groenten en kruiden u gaat planten? Denk dan ook eens aan vergeten groenten en keukenkruiden. En wist u dat er zelfs eetbare bloemen zijn. Een bloeiende verrassing in de moestuin!
Om de bodem niet uit te putten en ziekten en plagen te voorkomen is het verstandig om de standplaats van gewassen te wisselen. Wissel kool- en knolgewassen af met wortelgewassen of groentegewassen.

Lukt het niet om op sommige plaatsen de gewassen goed te laten groeien? Kijk dan ook even naar het gewas wat er naast staat. Sommige gewassen doen het naast een ander gewas per definitie slecht en andere gewassen versterken elkaar juist (zoals basilicum en tomaten).

Zaaien of planten
Natuurlijk kunt u binnenshuis of in de kas alvast voorzaaien. Zet de zaailingen hiervoor wel in zaai- of stekgrond. Potgrond zorgt weliswaar voor een snelle bladgroei, maar de oogst zal dan waarschijnlijk tegenvallen.
Geen kas of plek binnenshuis? Maak dan gebruik van jonge plantjes. Het planten hiervan kan vaak al wel in maart. Maar hou dan wel rekening met vorst (maart roert zijn staat) en wacht met vorstgevoelige planten tot na IJsheiligen.

Pootuien uitplanten
Vroeger was de zogenaamde Zwijndrechtse pootui, ook voor volkstuinders, een begrip. Tegenwoordig is deze cultuur bijna helemaal verdwenen. De bekende plantuitjes zijn ervoor in de plaats gekomen. Toch kunnen we het niet laten, u hier nog even aan deze teeltwijze te herinneren. Reeds in augustus worden deze uien gezaaid op een speciaal bedje. In zachte winters kunnen ze zonder dek overwinteren. Bij flinke vorst dekken we met stro of riet. Uitplanten gebeurt nu (maart) en wel op afstanden van 25 x 10 cm. Uien hebben een hekel aan verse stalmest, maar hun voedselbehoefte is vrij groot. Plant ze dus op land, dat het jaar ervoor zwaar bemest is en geef bovendien een flink handje korrelmest (tot 800 gram per 10 m2). Reed in juni kunnen de eerste uien worden geoogst. Later rooien en bewaren gaat echter ook uitstekend.

Wijnbessen snoeien
Japanse wijnbessen worden weinig in gewone tuinen aangetroffen. Dat is jammer. Het zijn heerlijke frisse vruchten, die het midden houden tussen frambozen en bramen. Indien u ze in uw tuin hebt staan, moeten ze nu gesnoeid worden. Alle afgedragen, oude takken kunnen geheel weggenomen worden, terwijl de lange, jonge takken voor een derde worden ingekort en daarna netjes aan het latwerk gebonden worden. Als u ze niet in de tuin hebt, kunnen ze nu worden aangeplant. Ze zijn speciaal geschikt om tegen de zuidkant van een muur te worden geplant. Denk er om, dat u het plantgat zeer ruim maakt (50 x 50 x 50 cm). Vul aan met mooie fijne humusrijke grond, bij voorkeur vermengd met wat gedroogde koemest. Na het planten moet u de scheuren tot op 30 cm boven de grond insnijden. Dan plukt u weliswaar het eerste jaar geen vruchten, maar de volgende jaren des te meer.