De eekhoorn gaat de winter in

De eekhoorn is een echte acrobaat. De boombewoner beweegt zich met het grootste gemak op en tussen de hoogste takken. Maar ook op de bosbodem weet hij zich prima te redden. Dit schattige knaagdier kun je herkennen aan zijn grote pluimstaart, die hij gebruikt om zijn evenwicht te behouden bij het klimmen en springen. Zijn gepluimde oortjes zijn in de winter vaak wat langer. Zijn vacht heeft een kenmerkende rood(oranje) tot kastanje- of donkerbruine kleur. De wintervacht is donkerder en grijzer dan de zomervacht.

Wist je dat eekhoorns prima zwemmers zijn?

Wil je een eekhoorn zien?

De grootste kans om een eekhoorn te spotten is natuurlijk in het bos. Vooral 's ochtends of later in de middag zijn ze actief. Maak zelf niet teveel geluid en kijk goed om je heen.
TIPS om te weten of je in de buurt van eekhoorns bent;

• Vraatsporen: de eekhoorn laat de schubben, schalen en restjes van zaden op de grond liggen. Paddenstoelen vastgeklemd in de oksel van een boomstam zijn ook het werk van eekhoorns. Tandkrassen op een hazelnoot en soms zelfs in twee helften gebroken hazelnoten. Ook bijten ze soms twijgen van naaldbomen af om de jonge knoppen leeg te eten.
• Uitwerpselen: keutels van de eekhoorn zijn ovaal en net zo groot als een een euromunt.
• Sporen: Sporen van de eekhoorn lopen meestal van boom tot boom. De pootafdruk laat een voorpoot zien met vier lange tenen met flinke nagels en achterpootje met vijf tenen waarvan de twee buitenste een beetje opzij gericht zijn. De paslengte varieert van 45 tot 100 cm. Eekhoorns bewegen zich altijd in viersprong voor (sprongengalop). Zie hieronder een afbeelding van eekhoornsporen.
• Geluid: Eekhoorns maken verschillende geluiden. Als ze opgewonden zijnklinkt een scherp ‘tjuk-stuk-tjuk’, bij alarm ‘chroe-roe-roe’ en ter begroeting van een bekende soortgenoot ‘moek-moek-moek’. Maar ook fluitende tonen (jongen), kakelen, grommen en jammeren zijn te horen.

Leuk voor kinderen

Op de Zoogdierenvereniging kun je een PDF downloaden met allerlei leuke wetenswaardigheden over eekhoorns.

Wil jij ook wat doen?

Zorg voor voldoende (inheemse) bloemen en planten in je tuin.
Heb je de ruimte, plant dan grote bomen in je tuin waar de eekhoorn in kan huizen, naar eten zoeken en kan schuilen.
Aaneengesloten bomen vindt hij het leukst. Richt je tuin zo natuurlijk mogelijk in.
Favoriete bomen zijn de hazelaar, de notelaar, de tamme kastanje, de beuk en inheemse eiken.

Hang een voeder-nestkastje of voedersilo op.
Heb je het geluk dat je in een boomrijke omgeving woont waar eekhoorns leven, dan kun je ze helpen door wat zaden en noten voor ze klaar te leggen. Dat kan in een speciaal eekhoorn-voederhuisje. Eekhoorns wippen het deksel zo op om de noten en zaden mee te nemen. Ook een voedersilo is geschikt. Gebruik speciaal kant-en-klaar eekhoornvoer. Maar ook met ongezouten pinda's, doppinda's, hazelnoten, zonnebloempitten, rozijnen, walnoten en beukennootjes verwen je ze.

Drinkplaats
Veel dieren zoals eekhoorns halen onvoldoende vocht uit hun voedsel. Daarom moeten ze regelmatig drinken. Zet daarom een schaatje met water op een veilige plek.

Meer informatie over de eekhoorn

De eekhoorn zoals wij hem kennen komt voor in heel Europa en Noord-Azië. In Nederland komt hij vooral voor in Drenthe, Overijssel, Utrecht, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Eekhoorns leven in loofbos, naaldbos of gemengd bos maar ook in tuinen, parken en houtwallen in de buurt van bos. En zolang er maar voldoende voedsel beschikbaar is, komen ze ook in bebouwd gebied. Het liefst bouwen ze hun nesten op de takken van oude bomen (naaldbomen ouder dan 20 jaar en loofbomen ouder dan 40-80 jaar) omdat daar meer voedsel te vinden is.

Eekhoorns kennen geen winterslaap, al zijn ze in de winter wel minder actief. Met slecht weer blijft de eekhoorn hooguit een paar dagen lekker warm in zijn nest. Daarom eten ze met name in de herfst veel extra om een vetreserve op te bouwen. Ook leggen ze dan een voedselvoorraad aan om de kale wintermaanden goed door te komen.

Ze hebben een uitstekend reukvermogen en weten vaak moeiteloos hun verstopplekjes met een kleine voedselvoorraad terug te vinden. Die voorrden liggen meestal in boomholtes of de in de oksels van een boomstam. Hun voedsel bestaat o.a. uit eikels, beukenootjes en kegels van naaldbomen. Maar daarnaast eten ze ook besse, schors, bladeren, knoppen, paddenstoelen, rupsen, vogeleieren en en zelfs jonge vogels.

Eekhoorns leven solitair. Alleen in de paartijd (december tot februari en van mei tot juni) of als er net jongen zijn geboren, zullen ze bij elkaar leven en zelfs een slaapnest delen. De wintertijd wordt vaak gebruikt om nesten te bouwen. Het nest zit hoog boven in de boom op zo'n 5 meter hoogte, is bolvormig, en heeft de grootte van een flinke bal. Meestal hebben ze naast een hoofdnest ook nog vijf tot zes reservenesten.

De eekhoorn is in Nederland een beschermde diersoort. Mocht een zieke eekhoorn of een in de steek gelaten jong worden aangetroffen, bel dan Stichting Eekhoornopvang. Dit is het enige gespecialiseerde opvangcentrum in Nederland waar zieke of jonge eekhoorns kunnen worden ondergebracht om zodra het kan weer te worden teruggezet in de vrij natuur.