Over streekcultuur, dialect, naobers en alles waar we met elkaar trots op zijn.
De stoppersregeling: één van de grootste missers uit de agrarische geschiedenis
“Even een kop koffie bij iemand doen, dat kan hier niet”.
De hoonder bunt kats van de leg is een veel voorkomende opmerking als het even wat minder gaat met de gevederde veestapel. Kippen worden verder ook wel tuten genoemd. En die schattige kuikentjes zijn kukens of kuukskes.
Voor de Nedersaksische dialecten in onze regio zijn spellingregels, maar veel dialectschrijvers zeggen: “Wi-j heuren ’t toch altied net efkes anders.” Is er dan een spellingprobleem?
De agrarische sector is een wereld op zich. Ik luister en stel vragen. ‘Waarom doe je dat zo?’ Weet je wat het antwoord vaak is? ‘Maar dat hoort toch zo?’ In dat ene antwoord zit volgens de coach de ‘crux’.
“Thuis in Schagerbrug spreken we nog steeds Achterhoeks”.
Bij de eerste lentezonnestralen moet het gebeuren: de veurjaorschoonmaak.
Het aantal zonneparken in het oosten van het land is nog niet zo groot. In Overijssel, Gelderland en Drenthe zijn er negentien gerealiseerd, waaronder veel kleintjes van een paar hectare.
Een eeuwenoude traditie ligt onder vuur. De boake, het paasvuur, moet voor eeuwig doven. Althans, dat vinden de pleitbezorgers van een verbod. Nu nog branden er jaarlijks ruim 440 in het noordoosten van het land.