Regels moeten soepeler voor kinderopvang op de boer

Kinderopvang op de boer is razend populair. In 2007 waren er nog maar 20 agrarische bedrijven met kinderopvang. Nu zijn dat er al meer dan 260. De meeste boeren en tuinders hebben zelfs al te maken met wachtlijsten.

"Veel mensen vinden boerderijen leuk", zegt Karolien Hupkes van LTO Noord. "Niet alleen de dieren. Maar ook de ruimte, het buitenzijn en het prachtige uitzicht. Kinderen in woonwijken ervaren dat te weinig. Daarom kiezen steeds meer ouders voor agrarische kinderopvang. Kinderen komen in contact met het buitenleven. Als agrarische sector zijn we daar blij mee. Zo blijven we in verbinding met de samenleving."

Holthuisje

In Steenderen is ’t Holthuisje gevestigd. Anton IJsseldijk heeft daar samen met zijn vrouw Alieke een melkveebedrijf en een agrarische kinderopvang. "Wij zijn in 2005 begonnen", vertelt Anton. "Toen was er bijna geen agrarische kinderopvang in Nederland. Mijn vrouw werkte destijds in de kinderopvang. Toen we zelf kinderen kregen, zag zij hoeveel een boerderij te bieden heeft aan jonge kinderen. Ik realiseerde mij dat nog niet, omdat het voor mij iets vanzelfsprekend was. We doen het nu al bijna 18 jaar en zien hoe goed het is voor de ontwikkeling van kinderen. Veel buiten zijn in een gezonde omgeving en veel buiten spelen, is vooral voor jonge kinderen heel goed."

Vergunningen

In sommige gemeenten is het volgens LTO echter nog lastig om een vergunning te krijgen voor agrarische kinderopvang. De opkomst van deze vorm van kinderopvang is hier en daar nog nieuw. In de regelgeving houden sommige gemeenten er weinig rekening mee. Hoewel sommige lokale overheden hier pragmatisch mee omgaan, gebeurt dit in veel gemeenten nog niet. LTO Noord roept gemeenten op om hier soepeler mee om te gaan.

Overheid

Een ander probleem is de regelgeving met betrekking tot ‘multifunctionele landbouw’. Multifunctionele landbouw is het combineren van een agrarische productie en omgeving met het leveren van diensten aan de samenleving, zoals kinderopvang. De regels hiervoor zijn vaak nog star. Zo begint de agrarische kinderopvang als neventak. Tegelijkertijd zijn er ondernemers die toe willen naar minder dieren en meer kinderen in de opvang. Regelgeving staat dit in de weg, omdat de neventak dan groter wordt dan de hoofdtak. LTO Noord vraagt de overheid om goed naar deze regelgeving te kijken.