Abraham

Columns 3 december 2015 0

Als Achterhoekers dorstig zijn en zin hebben in een feestje, slaan ze aan het knutselen. Je ziet altijd wel ergens een meiboom, een feestelijke boog voor een bruidspaar, een gefiguurzaagde ooievaar of een Abraham met een bord ernaast: Henk is noe 50 joor, maor hee hef nog al zien hoor! Het ‘zetten’ van een pop is een serieuze aangelegenheid. Niemand wordt overgeslagen. Ooit sprak ik in Haarlem een vrouw die Aaltense van geboorte was. Op de avond vóór haar 50ste verjaardag zette haar familie een Sara voor de deur. Ze feliciteerden het feestvarken en reden toen twee uur terug naar de Achterhoek.

Mijn eerste Abraham zette ik voor Boer. Volgens de ongeschreven regels van het Abraham zetten hoef je als vrouw van de jarige geen pop te maken. Ik heb me echter bij de vrienden opgedrongen, omdat het er anders nooit van kwam. Ik dacht dat het maken van zo’n pop een tijdrovende bezigheid was. In mijn fantasie zag ik voorstudies, schetsen, figuurzagen, schilderen en boren.

Om 20 uur was ik bij één van de vrienden, klaar om te gaan knutselen. Maar eerst moest er ingedronken worden. Twee uur later kwam er beweging in het zaakje. Werkoverleg was niet nodig. Achterhoekers weten hoe je een pop maakt. Een overall werd met stro gevuld. “Heb je een stok?”, vroeg iemand. Een bamboestok werd in de pop geduwd om hem overeind te houden. “Waar is het masker?”, vroeg iemand anders. Een masker van een tandeloze oude man werd op de pop geplaatst. Er doken attributen op die iets met Boer te maken hadden, zoals een globe, flessen wijn en een bord met het weerbericht van zijn geboortedag. Klaar was Abraham! Om te vieren dat de pop klaar was, moest er weer bier gedronken worden. Rond 23.30 uur trok de karavaan naar de boerderij. Overal stonden poppen. Ze vatten Boers leven goed samen, zag ik. Zo lag er een Abraham naast een fiets met een bord met daarop de tekst ‘Boer is een beetje moe’. Boer is in zijn jonge jaren, na intensieve dranksessies, regelmatig van zijn fiets gevallen. Of gestapt, dat is niet helemaal duidelijk. Dan lag hij te slapen in de berm, totdat iemand hem wakker maakte en hij verder kon fietsen.

Ik las ooit dat het zetten van een Abraham anoniem moet gebeuren, dus sloop ik over het erf. De rest praatte gezellig door. “Stttt!’’, probeerde ik nog. “Doe eens anoniem!’’ “Dat anonieme hebben we geschrapt, dat levert geen drank op”, zei een vriend. We maakten zoveel lawaai dat Boer naar buiten kwam. “Wat een verrassing’’, acteerde hij matig. “Wilt iele wat drinken?” De poppenzetters deden of ze daar goed over moesten nadenken en zeiden toen: “Wie mot ’r monn vrog uut, maor umda’j zo andringt, eentje dan.” Twee kratten bier later vertrokken de ‘kammeräö’. Dat was dag één. Op dag twee gaf Boer een feest op het erf, in een grote circustent. Met een tap uiteraard. Op dag drie kwam de hele vriendengroep de pop ophalen. Ze bespraken het feest grondig na en Boer haalde nog maar eens twee kratten bier ergens vandaan. Een jonge meid vertelde me onlangs dat het zetten van halve Abrahams nog een vierde dag kan opleveren. “Op dag nul testen we of we de tent wel warm genoeg kunnen krijgen.” Noem dat maar niet creatief.

Irene van der Aart

Irene van der Aart is cabaretière en actrice. Sinds 2003 heeft ze een relatie met een veehouder uit de Achterhoek. Tussen haar klussen in het land door reist ze al tien jaar heen en weer tussen Amsterdam en de woonplaats van Boer. Haar boek ‘De Boer op’ gaat over de verschillen tussen stad en platteland. Irene was columnist voor Naober van 2012 tot 2018.

Plaats een reactie

0 Reacties