Botterveugelkes

Columns 10 oktober 2015 0

Het is bronsttijd in de natuur. De tijd dat de dieren een hormonale verandering ondergaan. Bij de mens gieren de hormonen het hele jaar dóór door het lichaam, met als hoogtepunt de zaterdagavond, wanneer de plattelandsjeugd op stap is in één van de vele discotheken die Oost-Nederland rijk is: Dieka van de Kruusweg, de Radstake, Bruins, Bilzz en vele anderen.

Mijn oma zei vaak: “Op zoaterdagoavend giert de botterveugelkes bie de jeugd deur ’n boek!” (Op zaterdagavond heeft de jeugd vlinders in de buik). Op zondagmorgen kwam steevast de vraag ‘of je nog wat aan de hand had gehad’. Natuurlijk vertelde je dat niet en haar reactie was dan: “A’j mar nit oaverblieft!” Als de kalverliefde weer voorbij was, kwamen haar troostende woorden: “Ach jonge, d’r is gin haandvol, mar een laand vol!”

De ‘botterveugelkes’ doen hun werk bij jong en oud. Het lijkt wel of iedereen aan de man of vrouw moet. Ook in Naober is het fenomeen ‘dating’ doorgedrongen. Het vorige nummer had er een heel artikel over. Een idyllische schets van de romantiek op het platteland. ‘Boer zoekt vrouw’ is ook weer met een nieuwe serie begonnen. Internationaal deze keer. Geen vrijgezel is nog veilig op het platteland. Vrijgezel zijn is overigens een kunst. Een levenskunst, want ‘een vrijgezel plant zich niet voort en toch sterft hij niet uit…’

Dat brengt me op het verhaal van Hendrik-Jan van P. Hendrik-Jan was een verstokte vrijgezel die samen met zijn 93-jarige moeder op een klein boerderijtje aan de rand van het dorp woonde. Van P. kwam nooit veel verder dan zijn erf, de coöperatie en de Welkoop. Na het lezen van de laatste Naober over romantiek op het platteland zei zijn oude moeder: “’t Wordt tied da’j an ’t vriej’n komt, jonge.” Hendrik-Jan had geen idee hoe hij dat voor elkaar moest krijgen. Zijn bijdehante oude moedertje wees hem op een advertentie in de krant: Sonja doet alles. Tel.: 020…. Hendrik-Jan waagde er een telefoontje aan en hij was welkom op een vrijdagmiddag. Hij reed met zijn trekker naar het station in Holten en stapte in de trein, richting Amsterdam. Net voorbij Deventer kwam een mooie jongedame bij hem in de coupé. Ze ging naast hem zitten. Hendrik-Jan kreeg het er warm van en de ‘botterveugelkes’ gierden hem door de buik. Toen hij ging verzitten, raakte hij met de buitenkant van zijn hand per ongeluk het been van de jongedame. Zij reageerde onmiddellijk, stak haar vinger op en zei: “Exodus 7!” Hendrik-Jan schrok en trok onmiddellijk zijn hand terug. Voor Amersfoort gebeurde het weer en opnieuw klonk het: “Exodus 7!” Hendrik-Jan raakte van de wijs en stapte in Amersfoort uit. Met de eerste de beste trein reisde hij terug naar Holten. Thuis aangekomen vroeg hij zijn moeder waar de Bijbel lag. Hij vond het boek der boeken in het kabinet. Naast de Boldoot, Wilhelmina pepermunt en de rode en witte zakdoeken. Hendrik-Jan bladerde gehaast. Hij zocht en vond Exodus 7. Hardop las hij: “Gij zijt op de goede weg!”

Gert-Jan Oplaat

Gert-Jan Oplaat

In de column ’t Naobertje, genoemd naar het likeurtje van Naober, laat Gert-Jan Oplaat zijn licht schijnen over vrolijke, oostelijke zaken. Gert-Jan uit Markelo is van vele markten thuis: zanger, bestuurder, verhalenverteller, Twentenaar, schrijver, folklorist, etc.

Plaats een reactie

0 Reacties