Mijn favoriete melkkoe
Columns 20 februari 2020 0Die goede oude tijd. Wat was het in 2014 en begin 2015 nog rustig en vredig in de melkveehouderij. Boer klaagde voor zijn doen heel weinig. Het weer werkte mee en de melkprijs was hoog: soms tot boven de 40 cent per kg. Boer kocht op een dag in juni 2014 drie blokjesblouses tegelijk en haalde kilo’s asperges bij een boer in Elten. Terwijl we dagenlang smulden van het witte goud sprak Boer de profetische woorden: “Geniet er nog maar even van, want als op 1 april 2015 het melkquotum eraf gaat, slaan de boeren door en komt er zoveel melk dat het niks meer oplevert.” Sceptisch hoorde hij verhalen van collega-boeren aan, die zich verheugden op ‘Bevrijdingsdag’, zoals ze 1 april gekscherend noemden; dan waren ze bevrijd van de overheid die de melkproductie op elke boerderij in Europa beteugelde.
Veel melkveehouders hadden zich al jaren op ‘D-day’ voorbereid. Ze bouwden de laatste jaren grotere stallen en produceerden veel meer, om alvast ‘warm te draaien’. Daarbij namen ze een flinke boete voor te veel melk, de superheffing, op de koop toe. De Nederlandse zuivelindustrie investeerde intussen flink in uitbreiding van fabrieken.
Nu, een klein jaar na ‘Bevrijdingsdag’, is er van de jubelstemming niets meer over. Sinds 1 april produceren boeren zoveel melk dat er van de prijs weinig overblijft. Die zakte tot onder de 30 cent. Nu hun product nog nauwelijks wat waard is, melden veehouders problemen met het betalen van de bank, de mengvoerleverancier, de diesel voor de tractor en de dierenarts. Veel loonwerkers wachten nog op betalingen van boeren voor het hakselen van de mais in oktober. Dat zet boeren niet aan tot mínder, maar juist tot méér productie om aan hun betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Dan heb ik het maar niet over problemen als meer dieren, meer mest en de mestverwerking.
Er zijn al mensen in de sector die de afschaffing van het quotum een ‘historische vergissing’ noemen. De groei is onderschat door grootmachten in de zuivel. De melkverwerkers dachten het makkelijk aan te kunnen. Uiteraard hadden ze rekening gehouden met groei, maar de melkproductie stijgt zo hard dat het fabrieken niet lukt alles te verwerken. FrieslandCampina kwam eind december zelfs met een bonus voor melkveehouders die de geleverde hoeveelheid melk niet laten toenemen.
Ik vrees dat de karaktereigenschap ‘optimisme’ de boosdoener is. Optimistische mensen zijn geliefder dan pessimistische. Optimisme heeft echter ook nadelen, las ik laatst in een Amerikaans onderzoek. Negatieve gedachten kunnen nuttig zijn. Ze waarschuwen voor gevaar en behoeden mensen voor roekeloos gedrag. Optimistische boeren maken rekenmodellen op basis van een hoge melkprijs. Een pessimist gaat uit van een lage melkprijs; dan kan het alleen maar meevallen. De lage melkprijs heeft Boer niet overvallen. Er is nog een voordeel ontdekt van pessimisme. Gezond pessimisme wordt ook wel ‘defensief pessimisme’ genoemd: een psychologisch uitgangspunt waarbij je aanvaardt dat alles dramatisch mis kan lopen en je zorgt dat je erop voorbereid bent. Pessimistisch zijn kan juist heel optimistisch uitpakken.
Het valt me op dat Boer de laatste tijd erg bezig is met het promoten van mijn cabaretvoorstellingen. Toen ik hem vroeg waarom hij flyers neerlegde bij de supermarkt zei hij: “Als jij werkt, levert het geld op. Jij bent mijn favoriete melkkoe.’’
0 Reacties