Mobieltje

Columns 10 oktober 2015 0

Gek word ik ervan. Bij elk gesprek, maar ook tijdens het eten, houden mijn kinderen met één oog hun mobiel in de gaten. Honderd keer in een uur komt er een berichtje binnen via WhatsApp, Facebook of Instagram. Ik noem het ding nog altijd een telefoon, maar bellen doen ze er nauwelijks mee. Hun smartphone is nieuwszender, fototoestel, weerman, klok, bank en wekker tegelijk. Telefoneren en e-mailen doen ze er nauwelijks mee. Dat is iets voor oude mensen, zoals ik.

Nu ben ik ook opgegroeid in een tijd waarin nauwelijks getelefoneerd werd. In onze buurtschap Beuseberg waren nog geen telefoonlijnen aangelegd. We belden bij de buren die net over de grens in Markelo woonden. Pas toen ik een jaar of tien was, kregen we telefoon. Betalen deed je niet per minuut, maar binnen je eigen kengetal-regio per gesprek; voor het bedrag maakte het niet uit hoe lang het duurde. Geen probleem dus, wanneer ik eindeloos met mijn vriendin aan de telefoon hing. Ik ken haar nummer (291) nog steeds uit mijn hoofd. Helaas hing het toestel op een onhandige en hoge plek aan de muur, zodat je er bij moest staan. Als we na een uur nog niet waren uitgepraat of het gehang zat waren, fietsten we nog even naar elkaar toe.

Zelf heb ik de aanschaf van een mobieltje zo lang mogelijk weten uit te stellen. Best mogelijk dat het handig is dat je overal kunt bellen, de keerzijde is dat je overal te bereiken bent. Wie wil dat nou? Waarom moet je mobiel gebeld kunnen worden, als je aan het werk bent? Aan het winkelen of gewoon aan het niksen? Waarom maken we elkaar wijs dat we altijd en overal bereikbaar moeten zijn? Stiekem ben ik blij dat ik uit een tijd kom, waarin mijn ouders me niet konden bereiken. We werden uitgezwaaid, als we uit gingen en meldden ons als we weer thuis waren. In de tussentijd was er geen contact met het thuisfront. Een enkele keer was dat lastig, maar in het algemeen betekende het vrijheid.

Toch ben ik overstag gegaan. Ik heb mijn eerste mobiele telefoon gekocht, nadat ik met de kinderen laat op de avond een lange autorit maakte. Ineens vroeg ik me af wat ik zou doen, als ik autopech zou krijgen. Net als de meeste mensen kan ik inmiddels niet meer zonder. Ik moet immers contact kunnen houden met mijn kinderen? Ook als ze naar school zijn of met vrienden op pad wil ik ze graag kunnen bereiken. Logisch toch?

Henny Wibbelink

Henny Wibbelink (52) is opgegroeid in de buurtschap Beuseberg, tussen Holten en Markelo. Tegenwoordig woont ze met haar gezin in het Brabantse Vlijmen, maar de band met de buurtschap is er nog steeds. Over de Beuseberg schreef ze een boek. Op haar werk bij de gemeente ’s-Hertogenbosch komt ze ook in aanraking met mensen die iets willen betekenen voor hun buurt- en wijkgenoten. ‘Modern noaberschap’ dus. Haar columns gaan over de verwondering over het plattelandsleven in het oosten van het land in de huidige tijd.

Plaats een reactie

0 Reacties