Zien en Kijken
Columns 24 april 2015 0In Amsterdam-Noord pas ik een paar dagen op zieke schoonzoon en zieke kleindochter, dochter is op werkweek naar Italië. Op zondag ga ik als het hele spul ligt te slapen boodschappen doen bij de super. Ik heb de mamafiets van dochterlief genomen en zet die met twee sloten vast voor het winkelcentrum. Er zwerven vreemde en meelijwekkende types rond, die uit grote blikken bier drinken. Geld voor bier is er altijd.
De volgende ochtend moeten we met het meisje naar de huisarts. Dat verloopt gelukkig allemaal prima en dan lopen we nog even naar de kinderboerderij die aan het medisch centrum grenst. Er wordt daar flink uitgemest, een pony schuurt zich aan een hek, we zijn vlakbij een instelling en ergens schreeuwt er iemand héél hard. Er komen vliegtuigen over. De pauw, in volle voorjaarspracht, toont zijn waaierstaart. Naast de kinderboerderij bevindt zich natuurlijk een speeltuintje. We zetten het meisje een paar keer op de glijbaan. Ze gilt van plezier. Er spelen meer kleine kinderen, hun vaders en moeders en oppassen zitten op bankjes in de speeltuin. Het is zo’n prille, frisse lenteochtend die de mensen uit hun huizen lokt. We rijden een eindje in de auto naar de apotheek, waar een andere auto precies in de parkeerhaven schiet waar wij wilden parkeren.
We moeten even op onze beurt wachten. Achter ons aan is een oudere dame naar binnen geschuifeld, haar blote, eeltige voeten gestoken in felroze slippers met pompoms. Ik denk, ‘Wat een tokkie’, de apothekersassistente roept blij: ‘Goedemorgen! Wat heeft u een prachtige pantoffels aan!’
Ons platteland of het verre westen: dronken zielepoten, ouders met spelende kinderen, asociale parkeerders: eigenlijk is er helemaal geen verschil. Hoe je oordeelt is de manier waarop je naar dingen kijkt. En dan zijn die roze slippers inderdaad gewoon mooi.
0 Reacties